Het geluid van kritische ambtenaren dient juist gekoesterd te worden
Het uitlekken van een kritische memo op het Nederlandse beleid ten aanzien van het conflict tussen Israël en Hamas laat de onvrede zien van medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken over de dubbelzijdige standaard van het Nederlandse kabinet. Het leidt opnieuw tot een discussie over de rol van de ambtenaar tegenover de top, zoals beschreven op 15 november 2023 in NRC op 15 november 2023 door Steven Derix en Pim van den Dool: Hoe Buitenlandse Zaken worstelt met het Israël-standpunt. Eerder stelde een groep van ruim 350 kritische ambtenaren dat Nederland zich meer zou moeten uitspreken over de humanitaire catastrofe in Gaza. Kritische ambtenaren worden echter teruggefloten en enkele spreken zelfs van een angstcultuur of een heksenjacht.
Zelf kreeg ik bij het lezen hierover een déjà vu gevoel. Het lijkt sterk op een situatie die zich precies een jaar geleden afspeelde. Toen werkte ik bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), waar op de afdeling waar ik werkte een extra regel van het kabinet werd ingevoerd om de asielinstroom terug te dringen. Asielzoekers werden daarmee verplicht eerst een woning te hebben in Nederland voordat ze hun nareizende familieleden over konden laten komen. Als ze hier niet aan konden voldoen, moesten ze nog 6 maanden wachten. En dat zelfs nadat ze al te horen hadden gekregen dat ze hun familie mochten laten overkomen.
Verkeerde omgang met kritische geluiden
Het was vanaf het begin duidelijk dat deze maatregel juridisch geen stand zou houden, maar desondanks moest de IND de maatregel uitvoeren. Waar aanvankelijk binnen de organisaties kritiek op deze maatregel nog werd gewaardeerd, nam de tolerantie daarvoor in de loop van de tijd steeds meer af. Kritische stemmen werden gesmoord en de druk nam toe om de lijn van de ambtelijke top te volgen. Je kreeg te horen, net zoals ambtenaren dat nu bij het ministerie van Buitenlandse Zaken horen, dat als het beleid je niet beviel, je je moest afvragen of je dan wel voor de IND moest willen werken. Ik diende daarom mijn ontslag in en besloot mijn bezwaren naar buiten te brengen.
Diezelfde verkeerde omgang met kritische geluiden zie je nu opnieuw bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vanaf het uitlekken van de memo zijn kritische stemmen gesmoord en moesten alle neuzen dezelfde kant op staan. Een ambtenaar spreekt van een heksenjacht die geopend is op medewerkers die zich niet kunnen vinden in de lijn van het kabinet. “Iedereen is bang voor represailles”, zo stelt een ambtenaar in NRC.
Averechts
Deze aanpak werkt om verschillende redenen averechts. Door het smoren van kritiek worden bezwaren op de werkvloer minder snel geuit en komt de professionaliteit van de ambtenaar onder druk te staan. Dit kan leiden tot een tunnelvisie. Hierbij speelt ook een rol, in het geval van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat dit de positie van Nederland op het wereldtoneel kan schaden. De noodzaak dat bezwaren geuit kunnen worden over de positie van Nederland in het conflict tussen Israël en Hamas is er namelijk wel degelijk. De uitgelekte memo van de defensieattaché van de Nederlandse ambassade in Tel Aviv spreekt niet alleen van oorlogsmisdaden door Hamas, maar ook van “onevenredig geweld” van Israël in Gaza. Ook de volkenrechtelijke adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken waarschuwt voor mogelijke schendingen van het humanitair oorlogsrecht door Israël. Dit botst met de grondwettelijke taak van de regering om de internationale rechtsorde en mensenrechten te bevorderen.
Deze ontwikkeling laat tragisch genoeg zien dat ambtenaren die hun vakmanschap serieus nemen, alleen worden gewaardeerd als het op dat moment uitkomt. Deze reflex zie je nu heel duidelijk terugkomen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het argument dat uiteindelijk de politiek beslist klopt natuurlijk, maar ambtelijk vakmanschap staat beslist niet gelijk aan het blind volgen van de politieke lijn. Het gaat hier ook om het zorgvuldig toetsen van politieke voornemens aan het recht, de internationale verplichtingen en de mensenrechten. Uiteindelijk is het aan de ambtenaar om rechtsstatelijke verantwoordelijkheid te tonen en dit te kunnen agenderen bij de politieke leiding.
De ambtenaar zweert echter trouw aan het dienen van de Grondwet, niet aan het beleid van een minister of staatssecretaris. Het verdedigen van mensenrechten moet hierbij los staan van politieke lijnen of van nationaliteit. Kritische geluiden van ambtenaren die hun vakmanschap serieus nemen, moeten daarom juist gekoesterd worden.
Thomas Huttinga (1994) is jurist en publicist. Hiervoor werkte hij bij de IND op de afdeling Nareis