Skip to main content

Minister en zorgverzekeraars gebruiken machtspositie om contractvrije zorgverleners voortdurend aan te vallen

Conractvrije zorgverleners

Het wil kabinet en zorgverzekeraars maar niet lukken om zorgverleners, patiënten en de bevolking ervan te overtuigen dat het huidige zorgstelsel, met veel bureaucratie en een bepalende rol voor de zorgverzekeraar, een goede manier is om de zorg te ­organiseren. En dus richten zij zich op een beproefde strategie: het zwartmaken van de zorgverleners die de heersende macht tarten omdat zij geen contracten met zorgverzekeraars sluiten.

Volgens minister De Jonge van VWS werken contractvrije zorgverleners ondoelmatig, jagen zij de kosten op en zijn ze oneerlijk omdat ze teveel zorg leveren. Hun aantal moet daarom dalen. Hij gaat dat regelen door de vergoeding voor contractvrije zorg – nu al flink lager dan die voor gecontracteerde zorg – verder te verlagen. Onder het motto: ‘We zitten in de zorg om te dienen, niet om te verdienen.’

Dat laatste ben ik helemaal met de minister eens. Precies daarom werk ik contractvrij. Zodat ik me volledig kan richten op het dienen van de cliënt. Als de minister echt meent wat hij zegt, is de oplossing eenvoudig. Marktwerking en zorgverzekeraars eruit, vaste tarieven hanteren en klaar. Scheelt bakken geld en we zijn meteen van dat onzinnige onderscheid tussen gecontracteerde en niet-gecontracteerde zorg af.

Aanvallen

Maar de minister kiest de weg van zorgverzekeraars en aanverwante partijen, die al een tijd bezig zijn de contractvrije zorg aan te vallen. Zo waarschuwde Wynand van de Ven, emeritus hoogleraar, voor ‘ongebreidelde kostenoverschrijdingen’ door contractvrije zorgverleners die ‘uit welbegrepen eigenbelang’ zouden handelen.

Op zich snap ik wel dat zorgverzekeraars ervan balen dat zorgverleners geen contracten met ze willen sluiten. Ik zou ook balen als cliënten niet meer bij mij in behandeling willen. Maar zou ik ze straffen of dwingen bij mij in behandeling te gaan? Natuurlijk niet. Ik zou eens goed naar mezelf kijken. Minister en zorgverzekeraars daarentegen gebruiken hun machtspositie om contractvrije zorgverleners als groep in het verdomhoekje te zetten.

Ik ben dus zo’n contractvrije zorgverlener. Het doet pijn om de voortdurende aanvallen op mijn beroepsuitoefening te ondergaan. Ik ervaar het als stemmingmakerij die geen recht doet aan wie ik ben en hoe ik mijn werk doe. Ook om me heen zie ik niet één contractvrije collega die aan het geschetste beeld voldoet.

Sinds ik contractvrij ben, doe ik mijn werk weer met bezieling. Met energie en aandacht. En met meer effectiviteit. Toen ik nog bij een instelling werkte die wel van die fijne contracten met zorgverzekeraars sloot, ging veel aandacht op aan zaken waaraan cliënten niets hadden. En vervolgens ging ik uitgeblust met ze in gesprek. Of ik (kosten)effectief werkte, was niet relevant. Ik moest mijn ‘productie’ halen en mijn administratie op orde hebben. En ik moest vooral heel veel tijdschrijven. Meer dan ik nu schrijf.

Het is gelukkig voorbij. Ik kan mijn werk weer naar eer en geweten doen. Toch deugt er blijkbaar iets niet aan mijn handelen als contractvrije psychotherapeut. Ik zou het waarderen als de minister mij en mijn cliënten dat concreet zou kunnen uitleggen. Wat doe ik of doen mijn cliënten verkeerd waardoor hij het nodig vindt om ons te straffen? Ik laat me graag overtuigen. Als ik het verdiend heb, zal ik het eerlijk toegeven.

Fred Leffers is vrijgevestigd psychotherapeut en voortrekker van Stichting Beroepseer

Dit artikel verscheen onder de titel Stop stemmingmakerij tegen contractvrije zorgverlening in De Volkskrant van 23 november 2018

Reacties (1)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.