Skip to main content

Scriptie over Raad voor de rechtspraak en de onafhankelijkheid van de rechtsprekende macht

De Raad voor de rechtspraak is niet in staat om de rechterlijke onafhankelijkheid effectief te waarborgen. Dat concludeert Assamaual Saidi Rabah in zijn masterscriptie dat hij schreef voor de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Titel van de scriptie: De Raad voor de rechtspraak en de onafhankelijkheid van de rechtsprekende macht.
Onderzocht is of de Raad voor de rechtspraak de rechterlijke onafhankelijkheid op effectieve wijze waarborgt. Aan de hand van een rechtsvergelijkend onderzoek naar raden voor de rechtspraak in andere Europese landen, analyseert Saidi Rabah de mogelijkheden tot hervorming van de Raad, zodat de rechterlijke onafhankelijkheid meer nadruk krijgt. De scriptie is beoordeeld met een 9

Saidi Rabah begint de scriptie met een uitspraak van kamerlid mr. P.J. Oud:

«Ik juich het toe, zoals ik reeds zeide, dat de Minister al zijn aandacht wijdt aan het belangrijke probleem: hoe krijgen wij de beste rechters, hoe krijgen wij een apparaat, dat op de beste wijze zal fungeren? Daarbij moet dan echter in het oog worden gehouden, dat voor het goed fungeren van de rechterlijke macht het een allereerste eis is, dat de rechterlijke macht onafhankelijk zal zijn en dat, wanneer men probeert een organisatie te gaan opbouwen, die aan dat beginsel van de onafhankelijkheid raakt, men wellicht een organisatie kan maken, die efficiënter is dan de huidige organisatie, doch die dan, zoals ik zeide, om der wille van de efficiency aan een van de grondslagen van onze Staatsinstellingen zou gaan raken, een grondslag, waaraan de Minister, daarvan ben ik overtuigd, evenmin als ik wil raken, namelijk de grondslag van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht”. Kamerlid P.J. Oud (TK, 18 november 1953)

De conclusie van de scriptie luidt als volgt:

«Bij de totstandkoming van de Raad voor de rechtspraak in 2002 heeft het belang van het verbeteren van de efficiency van de rechterlijke organisatie een centrale plaats ingenomen, waardoor tussen de rechterlijke organisatie en de minister van Justitie en Veiligheid een getrapte toezichts- en verantwoordingsstructuur is gecreëerd. Door de omvangrijke benoemings-, aanwijzings-, en vernietigingsbevoegdheden van de minister jegens de Raad voor de rechtspraak en van de Raad jegens de gerechten, is de rechterlijke organisatie kwetsbaar voor oneigenlijke druk vanuit de uitvoerende macht.

Vanwege de onverenigbaarheid met de bevoegdhedenregel, de rechterlijke onafhankelijkheid en het beginsel van machtenscheiding, is de regering bij de positionering van de huidige Raad ten onrechte uitgegaan van een ministeriële stelselverantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de rechterlijke organisatie. Hoewel een stelselverantwoordelijkheid in wetgevende zin wel kan worden aangenomen voor het scheppen van de wettelijke voorwaarden om de rechterlijke organisatie goed te laten functioneren, kunnen op deze wetgevende verantwoordelijkheid geen bevoegdheden tot bestuurlijke maatregelen worden gebaseerd. Ondanks dat de Raad voor de rechtspraak als buffer tussen de gerechten en de minister is geïntroduceerd, is de Raad niet in staat om de rechterlijke onafhankelijkheid op effectieve wijze te waarborgen.

Mede geïnspireerd door de positionering van raden voor de rechtspraak in andere Europese landen, is in hoofdstuk 5 een evenwichtig hervormingsvoorstel geformuleerd ter versterking van de waarborgfunctie van de Raad ten behoeve van de rechterlijke onafhankelijkheid. Een grondwettelijke verankering als Hoog College van Staat, een niet-departementale begroting, getrapte en voorwaardelijke aanwijzings- en vernietigingsbevoegdheden en een democratisering van de benoemingsprocedure van de leden van de Raad vormen de kernpunten van het voorstel. Met deze juridische aanpassingen kan het evenwicht tussen de rechterlijke onafhankelijkheid, het beginsel van machtenscheiding en de ministeriële verantwoordelijkheid worden hersteld. Tegelijkertijd kan daarbij van een formele toezichts- en verantwoordingsstructuur worden bewogen naar een responsieve Raad voor de rechtspraak en rechterlijke organisatie als geheel, waarbij legitieme publieke belangen, zoals doelmatigheid, niet uit het oog worden verloren».

Downloaden De Raad voor de rechtspraak en de onafhankelijkheid van de rechtsprekende macht, masterscriptie door A. Saidi Rabah, 15 juli 2024: https://beroepseer.nl/

‘Rvdr niet in staat de rechterlijke onafhankelijkheid te waarborgen’, Mr. Online, 26 september 2024: www.mr-online.nl/rvdr-niet-in-staat-de-rechterlijke-onafhankelijkheid-te-waarborgen/

Mr. P.J. (Pieter) Oud: www.parlement.com/id/vg09ll3yhtz9/p_j_pieter_oud

Foto bovenaan: Kluisruimte in gebouw Raad voor de rechtspraak, Kneuterdijk, Den Haag (september 2010)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.