Vertrouwen en bestaanszekerheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor een stabiele en evenwichtige samenleving
Voor zijn onderzoek naar armoede- en schuldproblematiek ontving Roeland van Geuns de Amsterdam Impact Award in 2019. Het onderzoek – Van schulden naar kansen – heeft geleid tot waardevolle inzichten in de financiële redzaamheid van mensen. Roeland van Geuns (1954) was tien jaar lang lector Armoede-interventies aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). In september 2022 nam bij afscheid.
Vanwege het afscheid organiseerde de HvA het symposium Vertrouwen en bestaanszekerheid; wensdroom of noodzaak? in Amsterdam op 22 september 2022. Om nog één keer zijn inzichten als lector te horen over de noodzaak van vertrouwen en bestaanszekerheid voor vooruitgang op het gebied van armoede en schulden. In zijn essay met dezelfde titel schrijft hij dat chronisch wantrouwen en steeds grotere bestaansonzekerheid zorgen voor maatschappelijke onrust. Er kan geen herstel van vertrouwen van burgers in de overheid zijn als die overheid haar burgers niet eerst gaat vertrouwen.
Tegelijkertijd zal de burger de overheid niet gaan vertrouwen wanneer diezelfde burger niet weet dat de overheid zich inspant om de welvaart in Nederland zo te verdelen dat iedereen een minimale bestaanszekerheid heeft die past bij de welvaart van Nederland. Dat betekent dat die overheid direct of indirect zal moeten zorgen voor een herverdeling van rijkdom en voor een zwaardere belasting van hoge inkomens en van arbeidsloos inkomen of geen ruimte meer bieden om de gevraagde fiscale bijdrage te ontlopen.
Vertrouwen en bestaanszekerheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor een stabiele en evenwichtige samenleving en voor het aanpakken van al die crises waarvan de oplossing door achtereenvolgende kabinetten steeds weer voor zich uit is geschoven. Om dat te realiseren zal de overheid en de politiek een ander mensbeeld moeten omarmen. Afscheid nemen van het beeld van de homo economicus en het mensbeeld omarmen dat uitgaat van vertrouwen, zonder uiteraard naïef te zijn. Natuurlijk zijn er mensen die de mazen van de wet opzoeken – of zelfs over de randen van de wet heen gaan. Maar wanneer de overheid duidelijk is over wat wel en niet geaccepteerd wordt en we ervan uitgaan dat veruit de meeste mensen zich aan de regels houden, dan dóén de meeste mensen dat ook.
Natuurlijke behoefte aan materiële bestaanszekerheid dient uitgangspunt te zijn
In zijn essay omschrijft Van Geuns wat de begrippen bestaanszekerheid en vertrouwen inhouden. Deze begrippen krijgen vorm en betekenis in de context van de huidige maatschappij:
“Bestaanszekerheid bestaat uit twee aspecten, namelijk de hoogte van het inkomen en haar duurzaamheid. Graag sluit ik aan bij de definitie van het basisbehoeftenbudget van het SCP. Het SCP omschrijft dit als het inkomen, nodig voor het dekken van de minimale uitgaven van een zelfstandig huishouden aan onvermijdbare, basale zaken als voedsel, kleding en wonen. Ook de uitgaven aan andere moeilijk te vermijden posten, zoals verzekeringen en persoonlijke verzorging, zijn meegeteld. Met de duurzaamheid van bestaanszekerheid doel ik op de zekerheid dat het inkomen niet langer dan een of twee weken onder dat basisniveau zakt.
Er is dus een garantie op inkomen op dat laagste niveau. Dat kan zijn in de vorm van werkzekerheid maar ook in de vorm van een doorlopend inkomen op dat minimale niveau.
Het definiëren van vertrouwen is ingewikkelder. Wanneer je gaat zoeken op internet krijg je een aantal elementen waar het gevoelsmatig om draait: eerlijkheid, afwezigheid van negatieve bijbedoelingen, betrouwbaarheid (ervan uit kunnen gaan dat de ander doet wat hij zegt te gaan doen), et cetera. De helderste omschrijving die ik vond is: ‘het geloof dat je op iemand kunt rekenen’. Vertrouwen is daarmee een relationeel concept, gebaseerd op het geloof in de goede intenties van anderen.
Als mensen elkaar vertrouwen, verlopen samenwerkingen soepeler en zijn successen groter. Je bouwt vertrouwensdividend op. Slaat vertrouwen om in wantrouwen, dan trek je elkaars goede bedoelingen in twijfel, dan ontstaan er gevoelens van wederzijdse frustraties doordat afspraken niet worden nagekomen en is er achterdocht ten aanzien van het gedrag van de ander. Het vertrouwensdividend maakt dan plaats voor vertrouwensschuld. Het gaat er dus om dat iemand (u, ik, de burger) erop meent te kunnen bouwen dat de andere burger maar ook een organisatie of een abstracte actor als ‘de overheid’ doet wat die zegt te zullen gaan doen. Daarbij: het gaat ook om op elkaar kunnen bouwen. Niet steeds opnieuw zoeken naar bewijs dat iemand te vertrouwen is, maar hiervan uitgaan tot het tegendeel bewezen is.
De behoefte aan en het garanderen van bestaanszekerheid en het onderlinge vertrouwen van overheid en burgers zijn nauw met elkaar verbonden en sterk afhankelijk van de context waarbinnen ze aan de orde zijn”.
Downloaden essay: Vertrouwen en bestaanszekerheid: wensdroom of noodzaak? door Roeland van Geuns, Hogeschool van Amsterdam, 2022: www.hva.nl
Lectoraat Armoede-interventies: www.hva.nl/kmr/gedeelde-content/lectoraten/lectoraat-armoede-interventies/lectoraat-armoede-interventies.html
Zie ook: We moeten elkaar gewoon weer vertrouwen, door Roeland van Geuns, Sociale Vraagstukken, 1 november 2022: www.socialevraagstukken.nl/we-moeten-elkaar-gewoon-weer-vertrouwen/
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie