Hoe persoonlijk moeten we het professionele nemen?
‘Je professioneel gedragen’ is per definitie een oproep om ’niet gewoon je zelf zijn’. Degene die op een werkoverleg in huilen uitbarst wanneer een project naar een ander gaat, zullen veel collega’s niet professioneel vinden. Een politieagent die een wildplasser zonder enige aankondiging en uitleg ruw in de boeien slaat evenmin. Professioneel gedrag vraagt om zelfbeheersing, juist in de moeilijkste situaties: uitgerekend als het voor je zelf ingewikkeld is, moet je in staat zijn je persoonlijke behoeftes, reflexen, belangen of emoties te parkeren. Dat betekent in veel situaties redelijk blijven, gecontroleerd, overwogen, en proportioneel handelen maar in andere situaties juist – gecontroleerd – doortastend optreden.
Professioneel zijn, betekent dus het persoonlijke sterk onder controle hebben. Een simpele spelverdeling is het echter beslist niet. Het grote mysterie van goed werk is nu juist de bijna chemische verbinding die het persoonlijke en het professionele daarin met elkaar aangaan. Dat persoonlijke moet immers niet alleen geparkeerd en gecontroleerd worden, maar tegelijkertijd ook zoveel mogelijk benut: uitgerekend de persoonlijke talenten, deskundigheid, vaardigheden, opleiding, ervaring, conditie, inzet en betrokkenheid maken het verschil. Elke unieke persoon levert het materiaal dat zijn/ haar professionaliteit mogelijk maakt. De vraag is: hoe persoonlijk moeten we het professionele nemen? Een aantal voorbeelden laten zien dat hierop niet een simpel, eenduidig antwoord mogelijk is.
Zo komen professionals er vaak ongewild achter dat ze hun persoonlijke situatie en keuzes niet in hun werk kunnen wegcijferen. In een onderzoek kwam ik een politieagent tegen die vertelde dat hij jaren op zijn werk agressief en kort aangebonden was geweest tegen collega’s en burgers. Hij kwam er uiteindelijk achter dat hij niet lekker in zijn vel zat, omdat hij als homo niet uit de kast gekomen was. Hij was zelfs nog getrouwd. Nadat hij er voor uitgekomen was en gescheiden, was hij een betere politieagent. Dit roept de vragen op: als je persoonlijk niet lekker in je vel zit, kan je dan wel lekker in je uniform zitten? Kan je dan een professionele rol aannemen? Of zorgt het fundamentele ongemak over de ene rol ook voor ongemak in die andere?
Hoe belangrijk onbewuste persoonlijke gevoelens zijn voor het leveren van goed werk blijkt ook uit de leraar en politieagent die ik ooit gevraagd had om een briefwisseling te voeren. Zij kwamen er daarbij achter dat ze beiden door ernstige ziekte op de rand van de dood hadden verkeerd. En beiden hadden gemerkt dat ze daarna beter waren in hun vak dan ooit daarvoor. Mogelijk heeft het iets te maken met toename van hun zelfvertrouwen. Immers, als je de dood overwonnen hebt: waar moet je dan nog bang voor zijn? Wat heb je dan nog te verliezen?
Goed werk hangt echter niet alleen af van onbewuste persoonlijke keuzes en ingrijpende ervaringen die je overkomen, maar tevens van bewuste keuzes. Veel professionals zijn immers bereid hun privé-leven in verregaande mate op te offeren en hun persoon op het spel te zetten. Het nooit op normale tijden thuis kunnen zijn en het chronisch in de war zijn van je dag- en nachtritme is lastig en – dat laatste- niet heel gezond. Maar toch nemen verpleegkundigen, artsen, piloten en andere professionals dat op de koop toe. Verder zijn er heel wat zzpers die grote financiële onzekerheid en stress accepteren in ruil voor zelfstandigheid. En dan spreken we nog niet over brandweerlieden, militairen, agenten die bereid zijn hun leven op het spel te zetten.
Andere bewuste persoonlijke keuzes betreffen het geweten: kun je bijvoorbeeld als ambtenaar achter het beleid staan dat je maakt of uitvoert? In juni 2011 stapte Annemieke Nijhof, directeur-generaal Water binnen het nieuwe departement van Infrastructuur en Milieu op omdat ze niet kon leven met de rol van de PVV in de toenmalige gedoogcoalitie: “Door de PVV worden 1,6 miljoen landgenoten collectief als fundamentalisten weggezet die onze rechtsstaat bedreigen. In het dorp waar ik woon, is mijn man actief in het vluchtelingenwerk. Ook ben ik al vijftien jaar bevriend met mensen die uit Irak hierheen gevlucht zijn. Ze klagen over het hardere, ruwere klimaat in Nederland. Er ontstaat langzamerhand een taboe om daarvoor te waarschuwen”. Zij kon in deze context niet meer de meer dan 100 procent energie en toewijding opbrengen die nodig was voor haar functie.
Zo is duidelijk geworden dat in veel gevallen het professionele heel persoonlijk genomen wordt en dat dit de kwaliteit van het werk niet zelden ten goede komt. Het persoonlijke moet dus niet alleen geparkeerd en gecontroleerd worden, maar goed benut. Natuurlijk kan men daarin ook te ver gaan. Overmatige vormen van betrokkenheid leiden uiteindelijk tot slecht werk en uitgeputte professionals. Zonder persoonlijke betrokkenheid echter geen goed werk.
Bron citaat Annemieke Nijhof, Eerste topambtenaar vertrekt om PVV, BNN Vara, 1 juni 2011: www.bnnvara.nl/joop/artikelen/eerste-topambtenaar-vertrekt-om-pvv
———————————————————————————————————————
De blog Hoe persoonlijk moeten we het professionele nemen? van Thijs Jansen is oorspronkelijk geschreven als Nawoord van het boekje Van die ambtenarendingen, onderdeel van een afstudeerproject van Bregje Jansen & Samir Aiddouch die stage liepen bij de Kunstcommissie van het Ministerie van Financiën. Onderwerp: de visie van kunstenaars op de ambtenaar, weergegeven in een serie portretten in beeld en taal.
Klik hier voor downloaden.