Alternatieve feiten bestaan wel degelijk!
In de Verenigde Staten hebben we een harde verkiezingsstrijd gezien, waarin met mensen en feiten gemanipuleerd werd. Dat gaat nog even door tijdens het presidentschap van Trump, zo lijkt het. Ook in de Nederlandse verkiezingsstrijd ontwaren we nieuwe vormen van manipulatie. Fotoshoppen en valse facebook-identiteiten (internettrollen) zijn bij ons nieuwe – althans nog niet eerder zo aan het licht gekomen – wapens in de politieke strijd.
Misinformatie en leugens van de Amerikaanse vice-president over de opkomst bij Trumps inauguratie werden door zijn campagneleidster Kellyanne Conway betiteld als alternative facts.
Haar interviewer Chuck Todd beet haar toe dat alternative facts niet bestaan, en dat het hier gewoon falsehood betrof. Bestaan alternative facts echt niet? Ik laat dat begrip even goed tot me doordringen en sta even stil bij de verschillende soorten alternatieve feiten die ik zoal tegenkom. Daar doe ik in het hiernavolgende kort verslag van.
Niet bestaande feiten
Met foto’s over de inauguraties van Obama en Trump kon duidelijk worden aangetoond dat de opkomst bij Trump lager was. De feiten van mevr. Conway (de hogere opkomst bij Trump) bestaan dus gewoon niet.
Kritische feiten
Ik kijk even in de krant van de laatste dagen, terwijl ik dit schrijf. Daar kom ik toch elke dag bestaande en relevante alternative facts tegen. Een paar voorbeelden. Uit een onderzoek dat de Patiëntenfederatie heeft gehouden blijkt dat de helft van de mensen die om een second opinion vragen, een andere diagnose of advies krijgen. Dan gaat het dus om eenzelfde vraag, aan een andere deskundige, die met andere feiten komt en/of een andere interpretatie van die feiten.
De volgende dag: Waar de RIVM eerder op basis van onderzoek stelt dat het spelen op kunstgras met rubberkorrels geen kwaad kan, blijkt uit nieuw onderzoek van de Vrije Universiteit van Amsterdam dat er mogelijk toch gezondheidseffecten bij mensen zijn. Opnieuw: eenzelfde vraag, andere deskundige, andere feiten, andere interpretaties. Maar ik ga nog verder: waar je geen alternatieve feiten ziet, is het soms van belang er actief naar te gaan zoeken.
Karl Popper, een invloedrijke wetenschapsfilosoof, moedigt wetenschappers aan om in de theorievorming steeds op zoek te gaan naar nieuwe feiten die de theorie kunnen falsifiëren. Dat is een zeer doelgerichte en effectieve manier om tot betere theorieën te komen, het laat scherp zien waar de theorie nog mank gaat en waar die dus aanscherping behoeft. Dat zou je kunnen zien als een aansporing om op zoek te gaan naar alternative facts. Het is een benadering die kan helpen om tunnelvisies te vermijden, bijvoorbeeld in het politieonderzoek bij het opsporen van daders. Kijk niet alleen naar de feiten die het profiel en de scenario’s die je hebt ontwikkeld ondersteunen, maar zoek ook naar de feiten die dit falsifiëren. Ton Derksen, een Nijmeegse wetenschapsfilosoof met emeritaat, heeft op die manier spectaculaire politiële en justitiële dwalingen blootgelegd.
Politieke feiten
Bas Haan geeft in zijn boek over de Teevendeal*) een paar voorbeelden van alternative facts waar ambtenaren veel mee te maken hebben. Zo beschrijft hij (pag. 169) hoe Mark Rutte feitelijke onjuistheden in een eerdere Tweede Kamerbrief van Opstelten verdedigt: “Dat heeft de Kamer geaccepteerd, want Opstelten is niet weggestuurd; hij is blijven zitten. Er zijn geen politieke consequenties aan verbonden. Met andere woorden: het politieke feit was daarmee geredresseerd”. Daar staat dus: de feitelijke onjuistheid is geen politiek feit meer. Dat betekent voor hem twee dingen tegelijk: a. dat hij op de feitelijke onjuistheden in het verleden niet alsnog politiek afgerekend mag worden. Maar het betekent ook b. dat de feitelijke onjuistheden geacht worden (politiek) niet meer te bestaan. Bas Haan gaat nog een stapje verder: “En omdat hij (Opstelten, HW) niet is weggestuurd, zijn de leugens de nieuwe feiten geworden”.
Dat is nog eens een mooi alternative fact. Het is een veel voorkomende soort, en de vraag hoe er mee om te gaan is niet het eenvoudigste hoofdstuk uit het handboek voor de ambtenaar.
Formele feiten
Een ander voorbeeld uit Haans boek. Nadat eindelijk de opdracht is verstrekt goed in de tapes te zoeken naar het bonnetje van Teeven, wordt die binnen enkele dagen gevonden. Een jurist van het ministerie van VenJ oppert dat “een afdruk van het beeldscherm met de overboeking, strikt formeel geen echt document is – en dat het ministerie dus vol kan houden dat er geen documenten gevonden zijn.” (pag. 147). Dat advies wordt echter niet opgevolgd, en dit alternatieve feit wordt dus verder niet gebruikt.
Geen feiten
Politieke feiten komen burgers tegen in de krant en op tv, ze tasten de geloofwaardigheid van de politiek aan. Met de formele feiten worden burgers nogal eens geconfronteerd in de rechtstreekse contacten met de overheid. Die geven vaak een kafkaiaans gevoel: alsof de werkelijkheid van de overheid en de werkelijkheid waarin we leven geheel los van elkaar staan.
Maar ook met de kritische feiten is het lastig leven. Vooral in tijden van groeiende onzekerheidsgevoelens groeit de behoefte aan duidelijkheid en eenduidigheid. Daar leidt het alsmaar tegenover elkaar stellen van feiten en alternatieve, kritische feiten, tot onrust, verwarring en nog meer onzekerheid.
Dat zien we overigens niet alleen terug bij die mensen die onzekerheid ervaren door hun bestaansonzekerheid, in hun werk, met hun inkomen, met hun gezondheid. We zien het ook bij mensen die van het denken en overdenken hun beroep hebben gemaakt. Ook bij hen komen we redeneringen tegen als: aangezien er geen vaste onomstotelijke waarheid is heeft het geen zin naar waarheid te zoeken, wetenschap is ook maar een mening. Als er geen vaststaande feiten zijn heeft het geen zin naar de (meest) juiste feiten te zoeken. Als er geen absolute waarden zijn kunnen we zonder waarden leven. Als we die post-modernistische redeneringen nog een stapje verder voeren, leiden die tot de stellingname dat het niet meer uitmaakt welke waarheid, welk feit, welke opvatting je ook presenteert. Nog weer een stap verder en we zijn bij het punt waar we geen zin en betekenis meer kunnen ontlenen aan de onderlinge confrontatie van de waarheden, feiten en opvattingen. Daar ligt het eindpunt van de kunst, de onafhankelijke media, de wetenschap, de democratie en haar gezaghebbende instituten.
Daar blijft er maar één zekerheid over. Die van het eigen gelijk in de eigen kleine denk– en leefwereld. Het land van de 17 miljoen meningen.
*) Haan, Bas. De rekening voor Rutte. De Teevendeal, het bonnetje en de politieke prijs voor leugens. Prometheus Amsterdam, 2017.