Commentaar van Kaspar Mengelberg op Nederlandse Zorgautoriteit
Arthur Gotlieb, sinds 2000 senior beleidsmedewerker op de afdeling curatieve gezondheidszorg bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)*) begon in 2010 met het aanleggen van een dossier met klachten over de organisatie en de manier waarop hij werd bejegend door het management. Op 10 januari 2014 overhandigde hij het aan zijn baas.
Herhaaldelijk had Gotlieb zaken aangekaart die hij niet goed vond. Hij had kritiek op het management en waarschuwde voor structurele en grootschalige schendingen van de veiligheid van informatie. In 2007 wees hij op de slechte ICT-beveiliging en opnieuw in 2011. Vertrouwelijke informatie zoals patiëntengegevens, mailverkeer en illegale bestanden stonden openbaar voor alle medewerkers, ook voor vakantie- en uitzendkrachten op een zogenaamd beveiligde schijf van het computernetwerk van de NZa.
“Ook vond hij dat de NZa-directeuren te dicht tegen de geneesmiddelenindustrie aanschurkten”, aldus zijn broer Marcel: “Tweemaal per jaar lieten ze zich fêteren door de farmaceuten. Arthur pleitte meer dan eens bij de Raad van Bestuur voor een gedragscode, maar daar is nooit wat mee gedaan. De directeuren genoten liever van vijfsterrenhotels in Zuid-Frankrijk.”
Gotlieb maakte een eind aan zijn leven op 22 januari, twaalf dagen nadat hij het dossier met bezwaarschrift had ingeleverd bij de leiding. De indruk dat hij eruit gewerkt zou worden was sinds hij begonnen was met het dossier in de loop der jaren almaar sterker geworden. Gotlieb stond bekend als een toegewijde vakman en een loyale collega.
Minister Schippers van Volksgezondheid heeft opdracht gegeven voor een onafhankelijk, extern onderzoek naar het functioneren van de Nederlandse Zorgautoriteit onder leiding van Hans Borstlap, lid van de Raad van State.
Commentaar van Kaspar Mengelberg, vrijgevestigd psychiater en psychotherapeut die sinds jaar en dag strijdt voor opperste privacy van de patiënt:
“Ik ken enkele aardige, coöperatieve en waarschijnlijk integere individuen die bij de Nederlandse Zorgautoriteit werken. Dit neemt niet weg dat de NZa als organisatie door haar totalitaire en tot in details dwingende regelgevingen veel artsen en andere werkers in de zorg, afhankelijk van karakter en omstandigheden, van hun werk heeft vervreemd, heeft gedemotiveerd, van professionele autonomie heeft beroofd, via DBC-systematiek tot schenders van geheimhoudingsplicht heeft gemaakt en daardoor in eigen ogen medisch-ethisch heeft gecompromitteerd, tot het maken van hoge kosten en soms extreme tijdsinvestering heeft gedwongen, tot wanhoop of woede heeft gedreven.
NZa heeft de zorg verbureaucratiseerd. NZa heeft gemaakt dat artsen een groot deel van hun tijd aan medisch zinloze administratie moeten besteden. NZa heeft de zorg duurder dan nodig gemaakt. NZa heeft de sfeer in de zorg vergald. Dit is slecht voor de zorg, slecht voor de burgers, slecht voor de dokters, slecht voor Nederland.
De NZa heeft, naar nu blijkt, ook zichzelf jaren lang beschadigd. Alle medewerkers, van hoog tot laag, hadden elektronisch toegang tot alle informatie. Ook medisch geheime informatie. Dit is een misstand waarvan de leiding en alle medewerkers van NZa op de hoogte geweest moeten zijn.
Het is naar ik vrees ook een begrijpelijke misstand. Gedeelde en onbelemmerde toegang tot geheimen, op zich een geheim, heeft waarschijnlijk de interne cohesie onder medewerkers van NZa in hoge mate versterkt. Zelfs Arthur Gotlieb heeft deze conspiracy of silence waarschijnlijk niet naar buiten toe willen doorbreken. Het is te hopen dat zijn bevindingen alsnog, helaas postuum, integraal zullen worden gepubliceerd. De leiding van NZa had een evident, mogelijk nooit expliciet uitgesproken maar als pervers te kwalificeren belang bij het handhaven van deze misstand.
Het is ook zeer te hopen dat deze interne misstand bij NZa de blik op de uitgangspunten van het externe beleid van de Nederlandse Zorgautoriteit niet ontneemt. Een kritische beschouwing daarvan is zeer dringend aan de orde”. (11 april 2014)
Noot
*) De Nederlandse Zorgautoriteit is marktmeester in de zorg. In haar rol als regelgever stelt de NZa tarieven, prestaties en budgetten vast waar dat moet. Waar het kan, laat ze deze regulering los en mogen verzekeraars en zorgaanbieders zelf onderhandelen over de inhoud, de prijs, de kwaliteit en doelmatigheid van de te leveren zorg. De NZa adviseert de minister over de spelregels die nodig zijn in de zorg en signaleert mogelijke inconsistenties en belemmeringen.
“Lessen trekken uit drama NZa”, NOS, 12 april 2014: http://nos.nl
Het NZa dossier: Wanorde bij de toezichthouder: www.nrc.nl
Onderzoek naar intern functioneren NZa + commentaren, door Simone Paauw, Medisch Contact-Artsennet, 10 april 2014: www.medischcontact.nl
Zie ook artikelen en berichten op site van De Vrije Psych: https://devrijepsych.wordpress.com