Skip to main content

Afscheid van Jos Lamé als directeur van Riagg Rijnmond

jos lame afscheid riagg 2Jos Lamé nam op 23 mei 2013 na eenendertig jaar afscheid als directeur van Riagg Rijnmond met een receptie in Schiedam die ook bedoeld was om herinneringen op te halen en vooruit te kijken. Omringd door circa tweehonderd genodigden liet Lamé zich op het podium ondervragen door politiek filosoof Gerard Drosterij. Wie wilde kon daarop inhaken en meedenken over vraagstukken die Lamé altijd hebben beziggehouden. Op 6 juni gaat hij met pensioen. Zelf vroeg hij zich af of je als luis in de pels van bobo’s en politici toch nog bezoek verwachten mocht op je afscheid? Of heb je je recht verspeeld door nooit je mond te hebben willen houden? Bezoek was er dus veel. Van o.a. de voorzitter van de Raad van Toezicht, prof. Mirko Noordegraaf die een speech ten beste gaf en van voorzitter Oonk van de Cliëntenraad die aan Lamé een oorkonde uitreikte voor “zijn maatschappelijke visie op/en toewijding aan de cliënten van Riagg Rijnmond en de GGZ-cliënt in het algemeen in zijn positie als directeur van Riagg Rijnmond”.

De tekst van de uitnodiging voor de receptie bevatte een beknopte terugblik op Lamé’s loopbaan: Als begin 1982 de Stichting Regionale Instelling voor ambulante geestelijke gezondheidszorg (RIAGG) Waterweg-Noord in Vlaardingen wordt opgericht, moet een coördinator gezocht worden om de nieuwe organisatie te leiden. Die vacature lonkt voor de pas afgestudeerde organisatiepsycholoog Jos Lamé, die op dat moment zijn geluk beproeft als hulpverlener in het zuiden des lands en verlangt naar andere horizonten, dichterbij zijn geboortegrond. In 1982 treedt Jos Lamé, dan 34 jaar, aan als algemeen directeur. Al gauw blijken de Riagg en hij elkaar uitstekend te bevallen en vanaf 1996 komt ook Riagg Centrum West, aan de Mathenesserlaan 208 in Rotterdam onder zijn hoede. In de eenendertig jaar dat Jos lamé de Riagg leidt, weet hij er zijn stempel op te drukken als een eigenzinnige, niet zelden dwars tegen de stroom op roeiende organisatie met hart voor de mensen die er werken.

Een bestuurder die pal staat voor zijn organisatie en zijn medewerkers

Op de dag na de afscheidsreceptie verscheen er in Trouw een interview met Lamé getiteld: Beste zorg is een illusie. Op dezelfde dag was hij te horen op Radio 1 in het programma Vrijdagmiddag Live. In dit boeiende gesprek met scherpe vragen van presentator Jan Mom horen we hoe Lamé tegen de ontwikkelingen binnen de zorg aankijkt.
Daarin komt ook even de rechtszaak Riagg Rijnmond – gemeente Rotterdam uit 2011 ter sprake. Die rechtszaak is de illustratie van een bestuurder die pal staat voor zijn organisatie en de professionals die er werken en die niet elke nieuwe maatregel zonder meer aanvaardt.
Een oud Perzisch spreekwoord luidt: Wie de waarheid zegt, moet zijn paard gezadeld houden. In moderne taal betekent het dat je gepakt wordt als je je mond open doet; maak je dus direct uit de voeten. Dat bleek toen de gemeente Rotterdam in 2011 aankondigde voortaan zelf de regels voor het melden van mogelijke kindermishandeling op te stellen met de Meldcode huiselijk geweld. Riagg Rijnmond weigerde die code te ondertekenen en wilde ook geen deel uitmaken van het samenwerkingsverband Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak. Daarop besloot de wethouder de subsidie op preventieprojecten aan Riagg Rijnmond stop te zetten. Een rechtszaak volgde. Kon de gemeente dit alles zomaar doen?

Vanwege de rechtszaak stelde Lamé een bundel artikelen samen, Spookrijders in de zorg, met bijdragen van wetenschappers en deskundigen uit de praktijk die lieten zien dat Riagg bepaald niet alleen stond. De meldcode zou inbreuk maken op de kwaliteit van de zorg en bovendien niet alleen naar de inhoud maar ook in de wijze van presentatie strijdig zijn met goede gezondheidszorg. Invoering zou tegen de regels van de democratische besluitvorming zijn. De meldcode illustreerde volgens Lamé de toenemende grensvervaging van het overheidsbeleid in de zorg: “Met een beroep op veiligheid wordt de greep van de overheid op zorgverleners steeds groter. Professionele expertise en autonomie staan onder zware druk”.

In complexe situaties zijn de dingen helemaal niet zo duidelijk

Hulpverleningsinstanties, waaronder dus ook de Riagg, krijgen onder politieke druk vaak ten onrechte de schuld van gezinsdrama’s zoals onlangs van de twee broertjes in Zeist. Een veelgehoorde beschuldiging is dat instanties langs elkaar heen werken en niet samenwerken. Maar samenwerking is volgens Lamé niet altijd de oplossing. In het Trouw-interview zegt hij: “Samenwerken is een nobel streven, maar ook weer niet het hoogste goed. Er wordt van uitgegaan dat als er wordt samengewerkt er minder problemen zijn. Maar wie zegt dat? Soms moet je aan de slag en niet wachten tot je met iedereen kan overleggen. En je moet er als burger toch niet aan denken dat instanties standaard regelmatig over jou vergaderen?”
In de zaak van het Maasmeisje ervoer Lamé dat aan den lijve: “Het rapport over die zaak moest onder politieke druk gaan over ‘gebrek aan samenwerking’ als oorzaak, terwijl daarvoor geen enkel bewijs was”.

Samenwerken is soms goed, soms niet. “Stel dat we het niet met elkaar eens zijn”, aldus Lamé in het radio-interview: “Onenigheid moet je ook kunnen managen. Een van mijn stellingen is dat je alleen goed kan samenwerken als je ook geregeld hebt hoe je niet samenwerkt. De democratie, de politiek, is daar zelf een voorbeeld van. Stel als iemand zegt: ‘Al die verschillende partijen, dat is toch wel een versplintering van het aanbod; er moet één visie zijn. Met zijn allen sterk, één regie. Je mag het niet anders zien. We hebben het over iets belangrijks als Nederland, dus we kunnen niet meer een oppositie hebben, iedereen moet het met elkaar eens zijn’.
Dat leidt tot diskwalificatie van degene die het moet oplossen, de professional. Hij is de enige in Nederland die zijn benen uit zijn lijf loopt om de problemen op te lossen maar hij wordt almaar als zwakzinnig en falend afgeschilderd. Dat leidt tot ernstige misstanden in de zorg. Ik zit er ook mee dat er met allerlei essentiële dingen in het uitoefenen van het beroep –  privacy en zorgvuldig omgaan met gegevens –  zorgeloos wordt omgegaan.
In complexe situaties, waarin dingen helemaal niet zo duidelijk zijn, als je bijvoorbeeld voor de rechter moet verschijnen, is het prettig een aanklager en een advocaat te hebben. Dan is het goed dat niet iedereen dezelfde mening heeft, maar er heel kritisch vanuit verschillende invalshoeken gekeken wordt”.

Totale veiligheid is een illusie, de beste zorg ookjos lame afscheid riagg 1

Op de vraag aan Lamé of hij het eens is met het voorstel ouders te laten meedoen aan een psychologisch onderzoek om te kunnen inschatten in hoeverre de kinderen gevaar lopen naar aanleiding van het recente drama met de twee broertjes, antwoordt hij dat dit een typisch voorbeeld is van vooringenomen standpunten en vooronderstellingen waarin we vastzitten: “Een van de problemen met vooringenomen standpunten is dat je megalomane systemen krijgt, enorme electronische patiëntendossiers, enorme signaleringssystemen. Dit kan de deur openzetten om iedereen maar te gaan testen om de zekerheid te krijgen dat er mogen niets slechts gebeurt”.
Totale veiligheid is een illusie, de beste zorg ook.

En, hoe is het afgelopen met de rigide Meldcode huiselijk geweld en de rechtszaak? Die code is inmiddels verzacht. Van “u moet altijd melden” is het geworden tot “melden is een van de opties die u serieus moet bespreken met de cliënt en moet overwegen”. In de rechtszaak heeft de bestuursrechter een vernietigend vonnis geveld over de gemeentelijke aanpak van de jeugdzorg in Rotterdam. Het oordeel was in het kort dat de gemeente met oneigenlijke middelen instellingen dwong tot onwettige daden. Rotterdam mocht subsidies niet gebruiken om het tekenen van haar meldcode huiselijk geweld af te dwingen. En die meldcode was volgens de rechter bovendien in werkelijkheid een meldplicht! En dat gaat in tegen de wet op de jeugdzorg. Gaat dus in feite in tegen privacy, onafhankelijke oordeelsvorming en autonomie van handelen van professionals.

In het veld wacht iedereen de ellende zwijgend af. De GGZ roert zich wel

Momenteel bereidt Nederland zich voor op de landelijke overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten. In het veld wacht iedereen de ellende zwijgend af, aldus Lamé in zijn blog Afblijven van 28 maart 2013. De jeugdzorg lijkt murw gebeukt. Een crisistijd lijkt niet het moment om door uitgesproken meningen je baan op het spel te zetten.
De GGZ roert zich gelukkig wel. Met de manier waarop de overheid de jeugdzorg wil veranderen, is de GGZ het niet eens. GGZ voor kinderen en jongeren wordt gemeentebeleid. Instellingen die betrokken zijn bij jeugdzorg, van sportclub tot gespecialiseerde GGZ, moeten zich allemaal onder het centrale regiem van de wethouder stellen.
Wie de zorgen over de nieuwe Jeugdwet – waarmee heel veel expertise verloren dreigt te gaan – deelt kan een petitie ondertekenen*).


Lees het hele artikel Beste zorg is een illusie, interview met Jos Lamé door Edwin Kreulen, Trouw, 24 mei 2013. Klik hier.
Gesprek met Jos Lamé. Presentatie Jan Mom, programma Vrijdagmiddag Live op Radio 1, 24 mei 2013.

Jos Lamé is Voortrekker van Stichting Beroepseer. Bijdragen van en over hem op deze site:
Afblijven! Klik hier.
De keuze tussen privacy en veiligheid is een onzinnige politieke manipulatie. Klik hier.
Spookrijders in de zorg gelanceerd. Klik hier.
Uitspraak van de rechtbank over geding Riagg Rijnmond tegen gemeente Rotterdam. Klik hier.

Lamé nam het initiatief voor de conferentie Beleidsgetraumatiseerden die plaatsvond op 27 mei 2009 in het  World Trade Centre in Rotterdam. De conferentie wilde professionals die op hun werk in de knel komen met elkaar in contact brengen.
Leidende gedachte: Thousand of rules work fine for an army or a prison system, but not for a business. And certainly not for a business that wants people to think and innovate (Ricardo Semler)

U P D A T E

De petitie Zorg over de (jeugd-ggz) Zorg werd met 50.000 handtekeningen aangeboden aan de Tweede Kamer in het bijzijn van voorzitters van een aantal grote organisaties op 9 oktober  2013. De petitie was daarmee nog niet afgesloten. Uiteindelijk werd het wetsvoorstel Jeugdwet op 18 februari 2014 door de Eerste Kamer aangenomen. Daarmee was de Jeugdwet een feit.
De petitie is  gesloten op een stand van 96.209 ondertekenaars.