Skip to main content

Erkenning van het politiewerk

U herinnert het zich ongetwijfeld nog: begin 2008 was er een fel en langdurig conflict over de nieuwe politie CAO. Minister ter Horst van Binnenlandse Zaken vond de salariseisen eisen van de bonden veel te prijzig. De zaak liep hoog op. Uiteindelijk bereikten de minister en de politiebonden NPB, ACP, ANPV en VMHP op 21 april overeenstemming over een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord voor de sector politie 2008-2010. Interessant was dat het gehele conflict niet uitsluitend ging over de te lage salarissen. Het ging ook over de maatschappelijke waardering van het politiewerk.

Thijs Vullings, Brigadier van politie schreef een boze open brief aan Minister Ter Horst over haar opmerkingen bij Pauw & Witteman dat het werk van de politie te vergelijken is met dat van mensen op de tram en bus. ‘Dat is namelijk ook zwaar werk’. In zijn brief weerlegde hij deze gelijkstelling. Hij eindigde: ‘Ik snap dat u geen zak geld tot uw beschikking heeft. En dat extra salaris van de politie ten koste gaat van andere zaken. Ik stoor me echter mateloos dat mijn hoogste baas er keer op keer blijk van geeft niets van mijn werk te snappen’ (de gehele brief is op deze site te vinden onder sector/politie). En daarmee stond ook het gebrek aan politieke en maatschappelijke erkenning van het politiewerk op de agenda.

In het arbeidsvoorwaardenakkoord is een passage te vinden waarin men heeft proberen recht te doen aan de ingewikkelde opdracht, uit het conflict geboren: concreet tegemoet komen aan de behoefte aan maatschappelijk-politieke en financiële waardering. Dat gebeurt in de passage waarin een vernieuwing van de functiewaardering wordt toegezegd. Mede ter voorbereiding op die vernieuwing zal een onderzoek gestart worden met als doel een geobjectiveerd en door alle betrokken partijen gedragen overzicht en inzicht te krijgen:

• of bij de functiewaardering en beloning van de politie in voldoende mate rekening wordt gehouden met politiespecifieke elementen

• of bij de functiewaardering ook in voldoende mate rekening is gehouden met de huidige en toekomstige arbeidsmarktpositie

• of de maatschappelijke waardering van de politie in voldoende mate tot uitdrukking komt in het functiegebouw. In het overleg over de vernieuwing zullen in ieder geval de navolgende punten als elementen in de waardering betrokken worden:

• politiespecifieke aspecten als confrontatie met menselijk leed, confrontatie met geweld en geweldsmonopolie

• mate van zelfstandig handelen, reikwijdte van handelen en beslissen, breedte en diepgang in de processen

• complexiteit van het werk in bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multi-nationale en multiculturele context

• leiding geven in complexe processen

• leiding geven met een hoog afbreukrisico

• vakdeskundigheid en/of competenties die ver uitgaan boven het opleidingsniveau

• resultaatgerichtheid gekoppeld aan competenties

• werk- en denkniveau in de functie

• confrontatie met ‘criminele druk‘ in de opsporing In dit laatste rijtje staat in abstracte CAO-taal wat politiemensen als Thijs Vullings, Bennie Beuvink, Jaco van Hoorn, Jacques Smeets zo helder en concreet onder woorden weten te brengen: de zware verantwoordelijkheden, de ingrijpende ervaringen. Dan gaat het om de essentie van het politiewerk waar Jaco van Hoorn het over heeft in het video-interview op deze site.

Hoe houdt men de essentie van het politiewerk op de agenda? Al heel snel zal het gesprek weer uitsluitend over salarissen en het loongebouw gaan. Als men daar op terugvalt, kan deze missie alleen maar op een teleurstelling uitlopen en tot nog meer verzet en onvrede in 2010 bij de nieuwe CAO-onderhandelingen. Tegelijkertijd moet de financiële honorering wel aan de orde komen.

Kortom: de in de CAO neergelegde missie is bepaald niet simpel. Binnenkort zullen de gesprekken beginnen. Ik wens de partijen veel wijsheid. Wie hen tips wil geven, kan al vast op deze site terecht.