Goede zorg vraagt om regie: moet huisarts ook zorginkoper zijn?
De Nederlandse huisarts als zorginkoper van de zorg, zoals in Groot- Brittannië, een goed idee?
In Nederland is de zorg gefragmenteerd rondom de zorgvrager, ook wel ‘gefragmenteerde struikelzorg’ genoemd. Vooral bij patiënten met een chronische aandoening is dit een groot probleem. Zij struikelen over de breuklijnen van de zorgorganisaties en de daarmee samenhangende financieringssystemen. Zorginhoudelijk is de Nederlandse zorg van hoog niveau. In de totale zorgketen ligt de meerwaarde niet alleen in de kwaliteit van de losse schakels, maar juist in de verbinding, de ketting. Doorontwikkeling van zorg geschiedt door het zoeken naar verbeteringen in de verbindingen tussen de verschillende zorgfragmenten. Met andere woorden, de zorg vraagt om regie!
De huisarts als regisseur en zorginkoper van de zorg, zoals recentelijk ingevoerd in Groot- Brittannië, lijkt een interessante gedachte. De afgelopen jaren zijn daar in een beperkt aantal regio’s huisartsen (in consortia) grotendeels gaan bepalen hoe het zorgbudget binnen de gezondheidszorg wordt besteed. Sinds kort mogen alle Britse huisartsen dit. Baanbrekend is dat huisartsen niet meer verplicht zijn NHS-instellingen te contracteren. Omdat ook private instellingen kunnen worden gecontracteerd, wordt de NHS onder druk gezet om betere zorg te verlenen en bijvoorbeeld wachtlijsten te reduceren. De vraag is echter of die taak wel goed geborgd is bij huisartsen, die naast zorgaanbieders ook ineens zorginkopers moeten zijn?
In de gedachte ‘money follows patients’ is het helemaal zo gek nog niet om georganiseerde huisartsen naast de inhoudelijke regie ook de zorginkoop te laten doen. De huisarts aan het stuur van de zorg als zorginkoper en regisseur. Geld is namelijk een belangrijke incentive om zorg te sturen. Echter, een dergelijke rolverschuiving – en zeker ook verzwaring – heeft bijzonder veel impact op de rollen die huisartsen spelen, de inhoud van het vak, maar ook op de organisatie van de praktijk. Naast de rol die de huisarts zou moeten blijven vervullen als huisdokter (vertrouwd, persoonlijk en continu) voor de generalistische zorg, zal de rol van regisseur, coördinator en zorginkoper het vak ingewikkelder en onoverzichtelijker maken. Daarbij kan de vraag worden gesteld of de zorginkooptaak niet om geheel andere expertise en competenties vraagt dan waar een huisarts voor is opgeleid.
In Nederland is de zorgverzekeraar zich de laatste jaren meer gaan toeleggen op zorginkoop. Naast zorginhoudelijke expertise, zijn bedrijfskundige en financiële expertise hiervoor van belang. De ‘black box’ van de zorgaanbieders wordt langzaam geopend, door toenemende eisen ten aanzien aan transparantie door prestatie-indicatoren, benchmarks en de mogelijkheid van selectieve zorginkoop. De laatste jaren leken zorggroepen (georganiseerde huisartsen) beperkt de rol van zorginkoper van keten-DBC’s (DM, COPD en CVRM) te gaan vervullen, maar dit is nooit echt van de grond gekomen. Zorggroepen kunnen inhoudelijke (multidisciplinaire) zorgpaden ontwikkelen en afspraken maken over wie, wanneer, welke (kwaliteit van) zorg levert in een bepaald zorgpad (redeneren vanuit de zorginhoud). De financiële afspraken en afwikkeling kunnen dan gewoon bij de verzekeraar (zorginkoper) plaatsvinden. Naast het feit dat je hiermee de rol van zorginkoop in één hand houdt en niet versnippert – versnippering betekent verhoging administratieve lasten – is het de vraag of de zorginkooprol niet gescheiden moet blijven van de rol als zorgaanbieder. Gescheiden rollen houdt elkaar scherp, in de zin dat het gesprek over welke zorg, met welke kwaliteit, tegen welke prijs wordt geleverd, gevoerd wordt.