De politie in beeld
Een politieagente schopt bij een arrestatie een dronken man in zijn kruis en geeft hem daarna nog enkele knietjes. Haar mannelijke collega staat erbij en kijkt ernaar. Op de achtergrond hoor je geschreeuw van mensen die dit tafereel gadeslaan.
De voornamelijk anonieme reacties op het YouTube filmpje lieten geen spaan heel van het optreden van de politie. De officiële media sprak over een dronken Let, die bij zijn arrestatie mogelijk te hard zou zijn aangepakt door de politieagenten. De filmer maakte geen aanstalten om er op af te gaan, hij bleef op veilige afstand filmen, maar liet later voor de mediacamera’s zonder enige terughoudendheid weten dat de agenten zwaar in de fout waren gegaan door een weerloze man in elkaar te schoppen. Een enkeling had het lef te opperen dat de man er wel om gevraagd zou hebben.
Politici, media en de ontelbare anonieme bezoekers van onze digitale snelweg, haastten zich van begin af aan om een ongefundeerde en/of ongenuanceerde mening te geven of een oordeel te vellen over wat er was gebeurd. Het gezag kwam andermaal onder vuur te liggen, het imago van de Nederlandse politie kreeg opnieuw een gevoelige deuk.
Kamerleden stelden vragen aan minister Opstelten. Coskun Görüz (CDA) vond dat onze politiemannen én -vrouwen boven elke verdenking moesten staan. Het viel mij op dat hij zeer nadrukkelijk de klemtoon op het woord vrouwen legde.
De korpsleiding was – zoals verwacht – geschokt door de beelden, maar zou pas een oordeel uitspreken als het onderzoek naar de juiste toedracht was afgerond. Immers, de toedracht tot het incident was niet op film vastgelegd.
Het resultaat van het onderzoek is bekend, de politieagenten gingen vrijuit. Onderzoek had uitgewezen dat zij hadden gehandeld conform de geweldsinstructie. De man had, nadat hij zijn roes had uitgeslapen, verklaard zich totaal niets van het incident te herinneren, maar op aandringen van de politie deed hij, na het zien van de opnamen, alsnog aangifte. Het Openbaar Ministerie besloot de aangifte te seponeren. Die uitkomst leidde opnieuw tot een spervuur van negatieve reacties op Internet en ontevreden partijen zoals de Nationale Ombudsman en allerlei strijders tegen gezag en autoriteit in ons land.
Arno Bonte, GroenLinks raadslid te Rotterdam, liet via de media weten dat buitensporig en onnodig geweld door politie steeds vaker voorkomt. Op de door hem opgerichte website politieknuppel.nl waren binnen een anderhalve week ruim 100 meldingen binnengekomen, zo vertelde hij met enige trots. In zeker 15 gevallen zou het om buitensporig en onnodig geweld van politiemensen tegen burgers zijn gegaan, die al of niet in de boeien waren geslagen of niet agressief waren, aldus Bonte op de website van GroenLinks. Uit niets bleek of die klachten terecht waren of niet.
Hier was volgens mij sprake van stemmingmakerij, niets anders.
Bits of Freedom is een burgerrechtenbeweging die opkomt voor onze vrijheid en privacy op Internet en ervoor zorgt dat overheid en bedrijfsleven slecht beleid terugdraait en goed beleid invoert.
Bits of Freedom zou, op basis van opgevraagde rapporten, hebben vastgesteld dat de politie op grote schaal privacynormen van de Wet Politiegegevens overtreedt. Het gaat over de verwerking van persoonsgegevens, ook van mensen die niet als verdachte zijn aangemerkt. De beveiliging van die gegevens deugt niet en men trok de conclusie dat het werk van de politie te belangrijk is om teniet te worden gedaan door slordigheden in de toepassing van de bevoegdheden, aldus de tekst op hun website.
Nadat ik eventjes had gegoogeld, kwam ik erachter dat die informatie al was gepubliceerd door onze nationale privacybewaker, het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Het college had onderzoek gedaan bij het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT), het politiekorps Haaglanden en de Dienst Nationale Recherche (DNR) van het KLPD.
Ook hier moet ik vaststellen dat voorbarige en onvolledige berichtgeving kan leiden tot stemmingmakerij.
Zomaar twee voorbeelden waarbij de politie in een negatief daglicht komt staan.
Ik werd onrustig bij de gedachte dat er zoveel mis zou zijn bij de politie en probeerde via een zoektocht op de digitale snelweg een ommezwaai te geven aan dat onrustgevoel. Ik schrok van de grote aantallen negatieve reacties en dat het merendeel elk fundament en elke nuance miste.
“Wat ben ik blij dat mijn carrière bij de politie voorbij was”, spookte het door mijn hoofd. Zou het dan werkelijk zó erg zijn, nemen zoveel politiemensen in Nederland hun beroep niet meer serieus? Of is Nederland vergeven van een horde hufters die er op uit is de politie in een kwaad daglicht te stellen? Is er echt sprake van een gezagscrises of is onze samenleving gewoon zo?
De tijd dat de politie een nationaal knuffeldier (vriend en helper) was, is al lang voorbij. Volgens mij ontstonden die termen alleen in hoofden van mensen die niet gehinderd werden door enige kennis van zaken.
De politie behoort in mijn optiek een autoriteit te zijn, die gezag uitoefent en wetten en regels handhaaft, desnoods met geweld. Je kunt geen vriend van iedereen zijn als iedereen de kans loopt door diezelfde persoon te worden bekeurd. Om politiewerk te verrichten is een bepaalde afstand ten opzichte van de burger noodzakelijk.
Het gezag roept tegelijkertijd weerstand op, zeker bij Nederlanders. Wij zijn geëvolueerd naar een volk dat zich niet meer de wetten wil laten voorschrijven, dat boos en geïrriteerd raakt als ze op gedrag worden aangesproken en/of bekeurd, maar tegelijkertijd ook de garantie voor veiligheid van de overheid eist. Klachten kunnen volgens een vastgestelde procedure en conform wetgeving worden ingediend.
De politie daarentegen heeft zich in een verdedigende rol gemanoeuvreerd en weet zich soms geen houding meer te geven. De machocultuur is nog niet helemaal uitgebannen en anderzijds wordt krampachtig geprobeerd zo transparant mogelijk te werken. De werkelijkheid is dat privacywetgeving, beroepsgeheim en bescherming van het objectief onderzoek nadrukkelijk een rol spelen. De politie dient, in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag, de openbare orde te handhaven. De schreeuwers op Internet zijn dat in elk geval niet.
Het wordt tijd dat de dienaars van Hermandad hun positie in de samenleving gaan herschikken. Zij moeten zich niet meer door anderen in een rol van vriend en helper laten dringen, maar doordrongen raken van de ernst van het werk en dat niet om zeep helpen door slordigheden in de toepassing van de bevoegdheden. Want ook dát komt voor.
Zo’n mentaliteitsverandering vergt tijd en vooral moed. Politici zullen het besef moeten krijgen dat zij een respectabele afstand dienen te houden van de politietaken en tegelijkertijd voldoende inzicht in en respect voor het werk van de dienders, zodat zij op een verantwoorde wijze hun taak als bevoegd gezag of volksvertegenwoordiger kunnen uitvoeren.
Politiemensen zijn slechts een afspiegeling van de samenleving, niet meer en niet minder. Als ik vanaf afstand kijk naar onze huidige samenleving, dan zie ik veel ongenoegen, hufterigheid, hebzucht, opportunisme, materialisme en vooral individualisme.
De samenleving krijgt de politie die ze verdient en de politie moet het doen met de samenleving waarvan zij deel uitmaakt. Dat geldt ook voor de politiek.
Iets anders bestaat niet.
Jacques Smeets