‘Overtreding’ van de Arbeidstijdenwet bij de politie is niet erg!
Op 9 februari 2012 kwamen twintig deskundigen een middag bijeen in de Goed Werk Hub om te discussiëren over de invloed van de Arbeidstijdenwet – ATW – op het werk van de politie. Aanwezig waren uitvoerenden en leidinggevenden van de politie, vertegenwoordigers van de politievakbond, arbeidsinspectie, werkgeversorganisatie AWVN, de ministeries van Sociale Zaken en van Veiligheid en Justitie, het expertisecentrum Arbeidstijden, Buurtzorg, NS, Stichting Beroepseer en de hoogleraren Gabriël van den Brink, Maatschappelijke Bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en Mirko Noordegraaf, Publiek Management aan de Universiteit van Utrecht.
De conclusie van deze middag was: Overtreding van de ATW is niet erg!
Het gaat immers niet om de regels die aangeven wat er gehandhaafd moet worden, maar om eisen van de werkgever die in de ogen van de werknemer als onrechtvaardig worden beschouwd. Het overleg tussen werkgever en werknemer zou moeten gaan over de ruimte die de professional in de regels kan vinden. Echter, men raakt elkaar juist kwijt wanneer het spannend wordt. Juist dan schiet men in juridisering en regels, in plaats van nader tot elkaar te komen om oplossingen te zoeken en elkaar ruimte en vertrouwen te geven.
“We moeten een stap maken in het zoeken in de regels door weer op zoek te gaan naar gedeelde idealen”.
“Werk je vanuit persoonlijk contact, verbinding en vertrouwen? Of op basis van wetten en regels?”
De ATW wordt in de praktijk van het roosteren omgekeerd toegepast: eerst worden roosters opgesteld en daarna kijkt men pas naar het werk dat gedaan moet worden. Dat zou andersom moeten. De ATW zou ten dienste van de dienders moeten worden toegepast. Buurtzorg Nederland is een mooi voorbeeld van hoe het ook anders kan. De pieken van het werk liggen in de ochtend, namiddag en avond. Daarop wordt het werk gepland, ieder team regelt het zelf en bij problemen kan worden teruggevallen op een coach. In de praktijk gebeurt dit weinig.
Een ander opvallend element is het generatieverschil. De oudere generatie zoekt eerder bescherming in regels en gaat uit van zijn rechten, terwijl de jongere generatie meer inzet op vrijheid en ondernemerschap. Deze cultuurverschillen werken in de hele organisatie door.
De kern van de discussie rond de ATW is dat het geen kwestie van regel- en wetgeving is, maar dat het gaat om cultuur, omgangsregels en risicomijdend gedrag. Hoe ga je met elkaar om? De oplossing zit daarom niet in controle op wetgeving en juridisering, wel in de houding jegens elkaar en de verhoudingen ten tot elkaar.
Het verschil tussen mensen die werken vanuit hun passie en mensen die werken voor het geld wordt opgelost door de professionele houding van de politie. Van iedere politieman en -vrouw wordt vakkundigheid, betrouwbaarheid én betrokkenheid verwacht. Beroepseer noemt dat GOED WERK.
De ATW biedt meer dan voldoende ruimte om roosters zo in te delen dat agenten het werk goed kunnen doen. Een professionele houding, gecombineerd met zelfsturende teams waarin professionals elkaar steunen en aanspreken op gedrag, draagt bij tot een effectieve politieorganisatie van de toekomst. Eén waarin professionals met plezier en naar eer en geweten kunnen werken.