“Afblijven!!!”
“Afblijven!!!”
Dat riep een groep van 150 demonstranten voor de Islamitische universiteit in Rotterdam. Het ging over Yunus en ze riepen het tegen Bureau Jeugdzorg. De behoefte om dat luidkeels uit te schreeuwen heb ik ook regelmatig. Bijvoorbeeld toen ik het interview las met Leonard Geluk in de NRC van 28 februari 2013. Geluk is voorzitter van de commissie die toeziet op de overheveling van de jeugdzorg aan de gemeente. Hij maakt zich zorgen over het feit dat de gemeenten totaal niet voorbereid zijn op die operatie. Maar hij trekt nog niet de logische conclusie die daaruit volgt: niet doen! Afblijven!
Ik ben nog niet gaan demonstreren. Maar het zou onderhand wel moeten.
Het vreemde is dat in politieke kringen de beduchtheid voor grote fusies toeneemt. Als het om andere organisaties gaat weet men het onderhand wel. Ze moeten van elkaar afblijven. De energie die fusies opslorpen gaat ten koste van de hulpverlening, fusies halen zelden hun doelen, het kost handenvol geld dat je in tijden van bezuinigingen niet kan missen en het levert vaak bestuurlijke uitglijders op. Daarom moet je zo’n grote fusie als de landelijke overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten nu gewoon niet doen! De politici moeten wat ze tegen anderen zeggen ook op zichzelf gaan toepassen.
Ondertussen wacht iedereen in het veld zwijgend de ellende af. De jeugdzorg lijkt murw gebeukt. Een crisistijd lijkt niet het moment om door uitgesproken meningen je baan op het spel te zetten. En dan plotseling klinkt er een nieuw geluid. Ineens – als een donderslag uit heldere hemel – doet uitgerekend een groep Nederlandse Turken in ieder geval hun mond open. Krijgen we misschien een “Turkse lente”? Zij doen dat “in het belang van hun kinderen!” Uitgerekend een argument dat Geluk ook hanteert.
Boze tongen beweren dat de Yunus-casus door Turkije misbruikt is uit politieke motieven. Dat zou kunnen. Maar ook hier is een parallel. Dat geldt in de Nederlandse casuïstiek van Savanna en Jessica evenzeer. Je zou toch kunnen zeggen dat die bewust en weloverwogen werden gebruikt om de jeugdzorg definitief vogelvrij te verklaren. De zorg moest het stempel “falend” en “onmachtig” opgedrukt krijgen om daarna uit de eigen bestuurlijke macht gezet te kunnen worden. Het was de legitimatie voor de staat om de voogdij op zich te nemen. Bekend is de uitspraak van Geluk, destijds wethouder jeugdzaken: “In Rotterdam wonen wel 6000 Jessica’s en als ik niet de regie krijg lopen die allemaal gevaar!”
Uniforme structuren en methoden zijn tegen democratische spelregels
Ook vice-ministerpresident Asscher gebruikte het woord “afblijven!” Hij richtte zich tegen Turkse politici rond Erdogan. Die mochten zich als Turken niet mengen in onze binnenlandse aangelegenheden. Asscher bevestigt in zijn reactie ook direct de stereotiep van de huidige politieke bestuurder. Geluk en hij zaten in hetzelfde wethoudersklasje. Uit eigen Rotterdamse ervaring kan ik u verzekeren dat het verbod op “inmenging” niet alleen geldt voor Turken, maar ook voor Nederlanders. Zo werd bijvoorbeeld de subsidierelatie met de Riagg opgezegd omdat de Riagg kritisch was op het gemeentelijk beleid. Inmiddels is tot op de dag van vandaag al jarenlang elke communicatie op bestuurlijk niveau systematisch geweigerd.
Dat geeft weinig hoop voor ouders in moeilijke posities. Iedereen die zich niet voegt krijgt te maken met de botte instrumenten van de subsidiemacht. Eerst de diskwalificaties in termen van falende hulpverleners, van egocentrische professionals, van achterlijke Turken tot spookrijdende bestuurders of hoogleraren. En daarna – onder de noemer van marktwerking – het negeren, isoleren en liquideren van personen en organisaties
Het hoort bij die stijl van opereren dat Asscher de Turken de mond snoert met de mededeling dat in ons land de criteria voor uithuisplaatsing “klip en klaar” zijn. Dat is uiteraard onzin. De feiten geven altijd aan – ook weer in het geval van Yunus – dat de werkelijkheid toch steeds weer ingewikkelder is dan je denkt. Asscher helpt met die uitspraak dan ook niet de zorg, maar zichzelf. Het is weer het zoveelste argument voor een centraal regiem. Als je suggereert dat alles klip en klaar is en in de praktijk zijn er toch uiteenlopende werkwijzen, dan mag hij ingrijpen. De een doet het dan goed. Alle anderen falen, blunderen. Die mag hij dan disciplineren vanuit een centrale regie.
Maar als je je bewust bent dat in de dilemma’s waar wij in ons werk mee te maken hebben helemaal niets zo maar klip en klaar is, dan stel je je als (politiek) bestuurder bescheidener op. Dan heb je niets aan megalomane systemen onder politieke sturing. Dan heb je juist die eigen”wijze” professionals nodig die de politiek de laatste jaren zo tot op het bot heeft afgebrand. Met vallen en opstaan en op grond van de ervaring van jaren ontwikkelen zich normen en methoden in de praktijk. Niemand verkeert in zo’n alwetende positie dat hij een hele werksector uniforme structuren en methoden zou kunnen opleggen.
Politici vergeten vaak dat in de zorg democratische spelregels zoals een bepaalde mate van vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging evenzeer aan de orde zijn als in hun eigen domein. Bemoeienis mag, maar Asscher, Geluk, Erdogan… gedraag je. Eigen je de zorg niet toe. Afblijven!!!
Jos Lamé
Bestuurder Riagg Rijnmond