Moeten wetenschappers en kunstenaars uiting geven aan hun maatschappelijke betrokkenheid, of leidt dat tot slechte kunst respectievelijk minder objectief onderzoek?
Bij deze vragen gaat het om de invulling van de professionele verantwoordelijkheid van een wetenschapper of kunstenaar. Een radicale positie is dat die verantwoordelijkheid alleen het werk zelf kan betreffen en dat artistieke of academische vrijheid verder in principe onbeperkt zou moeten zijn. Daartegenover staat de opvatting dat professionals, en dus ook kunstenaars en wetenschappers, in en met hun werk rekening moeten houden met de bredere context waarin ze opereren en dat hun vrijheid derhalve altijd begrensd is.
In een discussie met en tussen kunstenaars en geesteswetenschappers wordt de actuele betekenis van verantwoordelijkheid in de twee domeinen onderzocht. Het gaat daarbij om het artistieke of wetenschappelijke werk zelf – zijn er nieuwe no-go’s? – maar ook om institutionele randvoorwaarden, zoals de gevolgen van veranderingen in de financiering of de rol die gedragscodes en protocollen spelen.
Sprekers
Ingrid Robeyns & Arnon Grunberg.
Moderator is Kitty Zijlmans.
Over de serie
Tussen wetenschappers en kunstenaars bestaan de nodige overeenkomsten. Zowel de kunsten als de wetenschappen worden gedreven door nieuwsgierigheid. In beide velden speelt onderzoek, hoe verschillend ook, een cruciale, centrale rol. Van beiden wordt beweerd dat ze moeten kunnen worden uitgeoefend én genoten in vrijheid. Wat dit in praktijk betekent is echter lang niet zo duidelijk. Het Domein Geesteswetenschappen van de KNAW en de Akademie van Kunsten slaan de handen ineen om de vrijheid van wetenschappen en de vrijheid van kunsten te onderzoeken. In vier openbare sessies gaan leden van beide Akademies met elkaar in gesprek over de vrijheid van expressie, vrijheid en verantwoordelijkheid, vrijheid van handelen, en de relatie tussen vrijheid, diversiteit en gelijkheid.