Skip to main content

“Beste Arthur” – Vier brieven aan Arthur Gotlieb – 3

Hans Wilmink schreef vier brieven aan Arthur Gotlieb.
Arthur Gotlieb was senior medewerker bij de Nederlandse Zorgautoriteit NZa. Hij maakte op 24 januari 2014 een eind aan zijn leven, nadat hij kort daarvoor een bezwaarschrift had ingediend tegen zijn personeelsbeoordeling. Hij liet dat bezwaarschift na, zijn broer Marcel vond het in zijn woning. Het bevat een zeer uitvoerige getuigenis over de interne werkverhoudingen, van 600 A4-pagina’s, met 3,4 gigabyte aan goed geordend bewijsmateriaal.

Nadat Marcel vergeefs geprobeerd heeft om van de NZa gepaste reacties te krijgen, gaat NRC Handelsblad in april 2014 over tot publicaties. Dan gaat het snel: de minister wordt ingelicht, de Tweede Kamer stelt vragen, er komt een onderzoekscommissie onder leiding van Hans Borstlap, de Raad van Bestuur treedt af.
In augustus brengen twee onderzoeksjournalisten van de NRC het – ingekorte – bezwaarschrift uit in het boek Operatie ‘werk Arthur de deur uit’- Dagboek van een ongewenste werknemer. Op 2 september verschijnt Het rapport van de Onderzoekscommissie intern functioneren NZa.

Hans Wilmink is geraakt door de ervaringen van Arthur, hij probeert die in zijn brieven in een breder perspectief te plaatsen.
Wilmink vervulde tot zijn pensionering in 2013 diverse ambtelijke functies bij het ministerie van BZK. Hij is sinds jaren voortrekker van Beroepseer.
Stichting Beroepseer vindt dat absoluut niet vergeten mag worden wat Gotlieb is overkomen en dat uit deze gebeurtenis lessen getrokken moeten worden.

——————————————————————————————————————————–

Brief 3

31 oktober 2014

Beste Arthur,

In je bezwaarschrift wordt duidelijk hoe de managers je behandeld hebben.
Ik denk dat ze zich rot geschrokken zijn, nadat ze dit tot zich hebben laten doordringen. Zelfs als ze het met je weergave van de gebeurtenissen niet geheel eens zijn. Jij ziet er een moedwillige strategie in om je de deur uit te werken. Dat is ook verwerkt in de titel van je boek: Operatie ‘werk Arthur de deur uit’. Maar ik denk niet dat ieder van die managers ook persoonlijk die kwade bedoelingen met je had. In grote organisaties is het soms alsof een onzichtbare hand mensen tot dingen aanzet, die ze zelf niet helemaal doorgronden, laat staan dat ze dat zelf zo willen. Vooral in grote bureaucratische organisaties zijn er mechanismen die dat effect versterken.

Eén ervan is het opknippen van verantwoordelijkheden; een ieder doet een klein stukje van iets zodat de verantwoordelijkheid voor het geheel vervaagt. Dat is soms ver doorgezet, verder dan een ‘normale ‘ arbeidsverdeling vraagt. Ook mobiliteit kan tot een dergelijk opknippen leiden. Kijk naar de snelle wisseling van managers die je hebt gehad. Die bewerkstelligt dat men de oordelen en beoordelingen kritiekloos van elkaar overneemt, je bent als manager in die korte tijd immers niet in staat om zelf een afgewogen oordeel te vormen? Die snelle wisselingen, gecombineerd met mensen onder druk zetten in een hiërarchisch ingestelde organisatie: ziedaar een feilloos recept om mensen kritiekloos en volgzaam te krijgen. Daar is interessante literatuur over. En alarmerende literatuur. Zoals die over de experimenten van Milgram. Hij laat zien, hoe dit soort mechanismen kunnen bewerkstelligen dat een meerderheid van de mensen dingen gaat doen die tegen het eigen verstand en gevoel ingaan.
Jij hebt een aantal van die mechanismen ook herkend. Je voelt je erdoor bedreigd, en vernederd.

Je hebt er verdriet van dat je vader ziet dat je kapot wordt gemaakt. Je wilt hem daar niet teveel bij betrekken. Hij is met zijn ouders maar net aan de nazi-vernietigingskampen ontkomen. Je bent bang dat hij overeenkomsten ziet tussen jouw en zijn lijden. Jijzelf voelt een overeenkomst waar je schrijft : “Hij ziet nu hoe zijn zoon kapot gemaakt wordt door mensen, die lijken te handelen volgens het principe: Ich habe nur die Hacken zusammengeschlagen und ‘Jawohl ‘ gesagt”.

Veel lezers zullen vinden dat je hier te ver gaat. Maar Zymunt Bauman vindt de overeenkomst helemaal niet zo ver gezocht. Hij laat in zijn boek “De moderne tijd en de holocaust” (1989) zien dat er ook in onze moderne instituties een gevaarlijke angst voor tegenspreken en ongehoorzaamheid bestaat.
Alle lezers zullen je begrijpen als je schrijft hoe intens verdrietig je daardoor werd. Helaas is je noodkreet “Ik weet niet hoe hiermee om te gaan” pas nu echt goed gehoord.

Niemand kan je nu nog helpen. Maar door kennis te nemen van jouw dramatische ervaringen, zien we beter hoe ernstig we dit type mechanismen moeten nemen. Als we ambtenaren willen hebben die zich professioneel gedragen, dan rust er een ethische plicht op hen om dit type mechanismen te leren herkennen en benoemen.
Dan wordt het mogelijk om de ‘tegenkracht’ te bieden waar ook de commissie Borstlap het over had.
Als ik dat zeg klinkt het vrijblijvend. Ik heb mijn fouten al gemaakt en ben gepensioneerd, ik kijk nu toe als ambteloos burger. Maar jouw boek zegt het.
Ik schrijf dit om het via jou nog eens aan allen te laten weten.

Hans Wilmink

Brief 1 verscheen op 17 oktober 2014. Klik hier.

Brief 2 verscheen op 24 oktober 2014. Klik hier.

Brief 4 verschijnt volgende week.