Korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie blogt over etnisch profileren

Korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie legt in zijn weblog Zonder onderscheid het verschil zien uit waarom hij het fundamenteel oneens is met de conclusie van het rapport van Amnesty Nederland waarin staat dat de politie zich etnisch zou profileren, dat het zich niet beperkt tot incidenten en ook steeds vaker voorkomt. Hij stelt dat dergelijke uitspraken “onze kernwaarde integriteit ter discussie stellen en onze professionaliteit in twijfel trekken. Dat alles vraagt om een helder weerwoord”:

Zonder onderscheid het verschil zien

Amnesty zorgde de afgelopen dagen voor behoorlijk wat beroering met een rapport over etnisch profileren door de politie. De Nationale ombudsman deed daar – althans zo meldt de krant – een schepje bovenop: discriminatie van minderheden zit in de politiecultuur. In Buitenhof hield de ombudsman de politie naar aanleiding van een televisiereportage voor dat zij soms losse handen heeft als het om allochtonen gaat.
Elke onafhankelijke organisatie of instantie die ons doen en laten scherp in ogenschouw neemt, mag op de waardering van mij als korpschef rekenen. De bril van een ander kan immers altijd een verhelderende blik opleveren. Daarbij treden wij ook lastige en wellicht confronterende thema’s als etnisch profileren met open vizier tegemoet. De uitspraken van Amnesty en ombudsman vormen daarop geen uitzondering.

Uit volle overtuiging ga ik dit debat aan. De beschuldiging dat de politie meer dan incidenteel – metandere woorden structureel – etnisch profileert en zelfs discrimineert, raakt mij namelijk diep. Dat ondermijnt het wezen van de politie. In verbinding staan met alle burgers en het vertrouwen hebben van de hele samenleving is essentieel voor ons functioneren. Dergelijke uitspraken stellen onze kernwaarde integriteit ter discussie en trekken onze professionaliteit in twijfel. Dat alles vraagt om een helder weerwoord.

Wat is etnisch profileren eigenlijk? Het Europees Netwerk Tegen Racisme geeft de volgende definitie. “Politie en andere rechtshandhavers maken gebruik van etnisch profileren wanneer zij personen als verdacht beschouwen omwille van wie ze zijn, hoe ze eruitzien of waar ze bidden, in plaats van wat ze hebben gedaan.” Dit verschijnsel kan zich onder meer voordoen als politieagenten besluiten wie zij staande houden voor bijvoorbeeld identiteitscontrole, ondervraging, fouillering of arrestatie.

Op etnische kenmerken burgers selecteren, is juridisch en moreel gezien volstrekt verwerpelijk. Daar mag wat mij betreft geen enkele twijfel over bestaan. Iedereen binnen ons korps ging bij de politie om onrecht te bestrijden. Desnoods met gevaar voor eigen leven. Iemand louter selecteren op grond van afkomst druist lijnrecht in tegen dat rechtvaardigheidsgevoel. Het is niet integer en niet professioneel. En ook nog eens contraproductief: etnisch profileren levert geen betere resultaten op en kan individuele burgers en bevolkingsgroepen afstoten, die wij bij de bestrijding van criminaliteit hard nodig hebben.

Maken wij ons dan nooit schuldig aan etnisch profileren? Natuurlijk wel. Alleen al statistisch gezien is het volstrekt uitgesloten dat 63.000 medewerkers allemaal vlekkeloos te werk gaan en nooit inschattingsfouten maken. In onze multiculturele samenleving ligt etnisch profileren bovendien vrijwel dagelijks op de loer. Zeker omdat wij voortdurend op het scherpst van de snede keuzes moeten maken, waarbij etnische aspecten regelmatig een rol spelen. Ik ben het echter fundamenteel oneens met de suggestie dat de politie structureel en in toenemende mate etnisch profileert. Zo’n krachtige aantijging zie ik graag met bewijzen onderbouwd. In het Amnestyrapport lees ik genoeg suggesties, veronderstellingen en verwijzingen naar buitenlandse onderzoeken, maar niets dat mij overtuigt van dit standpunt. Niets wat aantoont dat de Nederlandse politie steeds meer racistische neigingen zou vertonen.

De Universiteit Twente publiceerde eind 2011 het onderzoek Proactief handhaven en gelijk behandelen. Dat onderschrijft dat de politie jongeren uit etnische minderheden niet stelselmatig anders behandelt. Als ze vaker met de politie in aanraking komen, ligt de verklaring in hun gedrag of de groep waarin ze zich bevonden. Zij brengen ook meer tijd op straat door dan andere jongeren. De onderzoekers constateerden incidenteel ongelijke behandeling, maar stelden vast dat de politie zich bij proactieve handhaving overwegend laat leiden door voor ons werk relevante criteria, zoals hanggroepsgedrag en tekenen die wijzen op criminaliteit.

De commotie over etnisch profileren baart mij zorgen. Deze beeldvorming doet iedere politiemedewerker ernstig tekort en maakt onze complexe taken in onze complexe samenleving bepaald niet eenvoudiger. De maatschappij verwacht dat wij proactief optreden. Dat betekent onderscheid maken. Bijvoorbeeld door op straat nauwlettend naar afwijkend gedrag te kijken. Op grond van talloze factoren, zoals locatie, tijdstip, voertuig, leeftijd en gedrag van personen. Of recente gebeurtenissen en veiligheidsontwikkelingen in een specifieke wijk.

Al deze factoren kunnen meespelen of doorslaggevend zijn bij het besluit om de ene persoon wel aan te spreken en een ander niet. Essentieel is dat wij altijd kunnen onderbouwen en uitleggen waarom wij zo’n keuze maken. Natuurlijk begaan wij daarbij achteraf gezien inschattingsfouten, die sommige burgers begrijpelijkerwijs kunnen ervaren als etnisch profileren. Onder meer via opleidingen investeren wij daarom voortdurend in kennis en inzicht: wat eist werken in een multiculturele samenleving?

Daarbij komt dat de politie criminaliteit gericht probeert tegen te houden en op te sporen op locaties waar dit het meeste effect sorteert. Bijvoorbeeld sociaal zwakkere buurten met relatief veel criminaliteit en overlast. Daar wonen doorgaans veel etnische minderheden, die daardoor vaker met de politie te maken krijgen. In hun woonomgeving zijn zij echter ook vaker het slachtoffer van criminaliteit en overlast. Met elke identiteitscontrole of preventieve actie beschermen wij juist de goedwillende burgers in deze buurten.

Net als iedereen hebben politiemensen intuïties en aannames over minderheden. Tegelijkertijd beschikken zij over veel feitenkennis. De balans tussen intuïtie en kennis komt het scherpst naar voren als een bepaalde etnische groep is oververtegenwoordigd bij een bepaald delict. De vraag luidt: mag etnische kansberekening een rol spelen bij het zoeken naar specifieke daders van specifieke delicten? Is dat etnisch profileren?

Generaliseren helpt ons het leven te ordenen. Zo ordenen wij binnen bepaalde grenzen ook politievraagstukken. Een kindermisbruiker is vermoedelijk een man. Bij straatroof denken
politiemensen niet aan bejaarde, maar aan jeugdige daders. Zulke generalisaties roepen weinig verzet op. In relatie tot culturele minderheden krijgt zo’n generalisatie snel het etiket etnisch profileren. Moet de politie daarom elke plaats delict volstrekt neutraal betreden, zodat niemand zich onheus bejegend voelt? Komt dat iemands veiligheid ten goede?
Bij ons vakmanschap hoort dat wij bij elk delict nauwgezet en proportioneel mogelijke dadergroepen meewegen en dat uitgangspunt telkens aan de feiten toetsen. Niet om bevolkingsgroepen te stigmatiseren of criminaliseren, maar in het belang van waarheidsvinding. En natuurlijk zijn inschattingsfouten vreselijk. Zoiets doet mensen pijn. Dan moeten wij alles doen om de schade te herstellen, zoals excuses aanbieden en onze fout uitleggen. Ook dat behoort tot goed politiewerk.

Het verschil zien zonder onderscheid te maken. Dat dilemma stelt ons telkens weer voor een grote uitdaging en verantwoordelijkheid. Met alles wat in ons is, werken wij dagelijks aan het vinden van een balans die iedereen recht doet. In het belang van veiligheid en zekerheid voor alle burgers in dit land. Ik nodig Amnesty, de Nationale ombudsman en alle andere gespreksgenoten uit om ons daarbij kritisch, constructief en gefundeerd terzijde te staan.

Gerard Bouman
korpschef

Zie: Korpschef blogt over etnisch profileren, op website Politie, 1 november 2013: www.politie.nl (Blog niet meer beschikbaar op site politie.nl)

Proactief politieoptreden vormt risico voor mensenrechten. Etnisch profileren onderkennen en aanpakken, rapport van Amnesty International, oktober 2013: www.amnesty.nl

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer